(Wat voorafging: Wilma’s dochter Julia heeft een bom gedropt. Gezeten op het smalle logeerbed in de kleine kamer waar Wilma’s bureau staat, heeft ze verteld dat ze zwanger is)
En alleen Wilma ziet hem. De olifant die in de kleine kamer door de lucht zweeft. Het roze gevaarte heeft mollige beentjes en uit zijn achterste zweeft een touwtje. En al zou Wilma het willen, dat dunne touw, ze komt er niet aan.
Wilma kijkt naar haar dochter op het smalle bed. Het Tibetaanse Kasjmir kussen op Julia’s schoot is mosgroen. Wilma heeft het gekocht in zo’n concept-store. Natuurlijk veel te duur, voor wat het thuis niet bleek te zijn. Een enkel groen kussen is geen concept. Julia’s vingers hebben een loszittend draadje gevonden. Wilma zwijgt als haar dochter het Kasjmir ontrafelt. Het kind moet haar gemoed ergens in kwijt.
Haar dochter, zwanger. Wilma wist niet eens dat Juul een vriendje had. Wat had ze de afgelopen weken nog meer niet opgemerkt?
Kinderen overkomt altijd iets als je even niet oplet. Die glijden van schommels, als je stiekem een sigaret opsteekt achter het koffietentje in de speeltuin. Die vallen van fietsen als jij enthousiast naar je nieuwe overbuurman zwaait. Die hebben last van een depressie, als jij, op zoek naar het licht in jezelf, ergens in een oude afgelegen gymzaal een cursus mindfulness volgt.
Arme Juul, zwanger. Dat haar dochter, ze kan het amper denken, seksueel actief is. Wilma heeft dat helemaal gemist. Waar had ze het zo druk mee de laatste tijd?
Het is natuurlijk wel september. De maand, waarin Wilma altijd een beetje vergeet dat ze kinderen heeft. September is voor haar, wat 1 januari is voor andere mensen. Daarbij horen dingen die beter kunnen of over moeten. Dit jaar, zo neemt ze zich elk nieuw schooljaar voor, gaat ze werken. Ze wil de vakantie-kilo’s eraf, mooie teennagels en geen snor. Dus fietste Wilma de stad door en was ze, anders dan thuis, te vinden in de sportschool, bij de lijfstijlcoach, kapper, pedicure en de schoonheidsspecialiste. Ook heeft ze, bijna, gesolliciteerd bij de dierenwinkel, het veganistische restaurant op de hoek en bij haar wijnhandel.
Het is vanwege al dat werk dat ze werktuigelijk de tafel dekt voor het ontbijt. Dat ze aandacht veinst als Julia of Rover haar iets vertellen over school, vrienden of leraren. Wilma doet al de hele maand alsof ze geïnteresseerd is in de verhalen van haar familie. En daar raken dochters klaarblijkelijk zwanger van.
Ze haalt diep adem en recht haar schouders. Wat Julia niet nodig heeft, is een moeder die alles op zichzelf betrekt. Steun moet ze bieden, een luisterend oor. De babykamer en eventuele extra verzekeringen zal ze overlaten aan Wolfgang. Als het om praktisch gaat, is haar man de aangewezen persoon.
Julia trekt langzaam een groene draad los uit het kussen. Wilma haalt adem, ‘Jeetje, zwanger.’ Ze knikt er bemoedigend bij. Eindelijk heft Julia haar hoofd. In de seconden voordat haar ogen die van Wilma vinden, is het even allemaal goed. ‘Grapje,’ zegt Julia dan. De spot in haar blik druipt door in haar stem. ‘Maar nu luister je wel,’ zegt ze schamper.
In de lucht loopt een olifant leeg. Zijn mollige benen lossen op in het witsel van het plafond. Wilma staat op. Ze schuift haar stoel onder het bureau. ‘Ik ga met de hond wandelen,’ mompelt ze en ze loopt Julia voorbij, de kamer uit.
En, behalve dat Wilma geen hond heeft, is daar niets vreemds aan.
Wat leuk dat je Wilma hebt gelezen. Wilma mag worden gedeeld en haar je duimen geven mag ook. Wil je Wilma vanaf het begin lezen, klik dan op de link @rsauerschnig